Categoriearchief: Geen categorie

Toen het ommetje mijn leven werd!

Een ommetje doen; ik kan het niet meer horen. Plots heftig ontstaan in Corona tijd. Op de voet gevolgd door: blokje om, stukje fietsen of frisse neus halen. Het heeft iets truttigs. Hoort bij oudjes (sssstttt, weet het).

“Ik schik mij, meestal. Ik verspil geen energie aan nodeloze zaken.”

Toch associeer ik het met heel vroeger, het ommetje van mijn ouders op zondagmiddag, zodat ik dan keihard Lou Reed kon draaien. Wie kent hem niet. Naast het truttige, is het vooral treurig. Wat een barre tijd. Reikhalzend uitkijken naar het ommetje. Het lichtpuntje tijdens de werkdag . Honderden kilometers heb ik inmiddels met manlief afgelegd. Fietsweekenden staan op de rol, met die frisse neus zit het dus wel goed. Zo nu en dan staar ik verliefd naar mijn SUV (jep, beetje overdreven nu). Mijn eerdere tweede huis. Kris kras door Nederland, op weg naar mijn werk. Wanneer was dat ook weer?

Ok Marie, even nuanceren. Ben je de eindeloze files vergeten? Een paar uur stilstaan voor de Zeeburger tunnel? Nee, niet vergeten. Gemakshalve een beetje verdrongen. Dat heeft meer te maken met mijn vrijheid: kies ik voor het ommetje of voor de file.

Vooruit, ik ben een pragmatisch mens. Ik schik mij, meestal. Ik verspil geen energie aan nodeloze zaken. Dus heb ik vorig jaar maart, vanuit Skype, Teams, een giga project opgestart. Intensief, maar te doen. Creatief en discipline zijn toverwoorden geworden. Nog steeds. En ja, dan is het ommetje opeens een must. Even diep ademhalen. En weer door! Bovendien werk ik thuis vanuit een mooi kantoor, maak ik de ommetjes in een prachtige omgeving. Dat is niet bij iedereen zo, dat realiseer ik mij. En toen:

Kreeg ik die brief in de bus, de uitnodiging voor mijn vaccinatie. Emotioneel blij. Meer dan ik had verwacht. I did it. Zo voelde het. Inmiddels zit ie erin. De spuit met dat lekkere spulletje AstraZeneca. Na de prik moest ik een kwartiertje wachten. De reden: of je niet alsnog ter aarde zou storten. Zoiets? Samen met vele dorpsgenoten. Ik kende er veel, super gezellig. Ik kreeg even het idee van een bingo middag.

Na een kwartier stonden mijn man en ik voorzichtig op. Gaat het? Eenmaal buiten riepen we: bingo! Op weg naar iets meer vrijheid en dankbaar voor onze gezondheid.

Warme groet

Goudhaantjes binnen handbereik!

Lieve mensen: organisaties hebben jong talent nodig. Nee niet morgen, maar gister. Niet alleen voor behoud van kennis en het kunnen anticiperen op de vergrijzing, maar vooral om te genieten van hun frisse inbreng en tomeloze energie. En van hun up to date (theoretische) kennis, niet onbelangrijk.

Daar komt nog bij dat jong professionals veelal acrobatisch behendig en kundig zijn binnen de steeds verdergaande digitalisering. Handig! Die ontwikkeling gaat zo razendsnel. Realiseer je dat. De meeste ouderen missen die vaardigheden. Nee, zeg nu niet: ik kan dat ook. Lees een profiel van een data scientist en zie dat dat niet lijkt op het inloggen op Teams. Flauw hĂš!

“Niet zelden slaat er dan een bepaalde mate van “metaalmoeheid” toe.”

Ik val mijn generatiegenoten niet af. Het is gewoon feitelijk. Het verjongen zou een vast onderdeel van je SPP moeten zijn. Die bewustwording moet er zijn. Een onderdeel laten zijn op je bordspel personeelsplanning. Maak je klaar voor de toekomst.

Hehe, vanzelfsprekend heb je ervaren diehards nodig. Het is vaak ook makkelijk voor de organisatie. Ze kennen het klappen van de zweep. Ze zorgen voor een bepaalde mate van evenwichtigheid. Er schuilt echter ook gevaar. Veelal heeft deze groep al vele innovatietrajecten en veranderingen achter de rug. Niet zelden slaat er dan een bepaalde mate van “metaalmoeheid” toe. Dat sluipt er stiekem in. Dan hoor je steevast geluiden: pffff, alweer? Jee, dat is al eens geprobeerd, toen lukte het ook niet. Of erger: ze doen maar. Best herkenbaar toch?

Dramatischer is als die “metaalmoeheid” zich openbaart binnen sleutelfuncties. Ik bedoel: de leidinggevende die als boegbeeld voor de verandering zou moeten staan. Als dat boegbeeld afbrokkelt, is het succesvol innoveren gedoemd te mislukken. Zo werkt dat nu eenmaal, echt. Ook de leidinggevende heeft baat bij nieuw elan en een frisse inspiratiebron, die het blikveld weer verruimd.

Hoe dan, dat met die verjonging?

Ik ben een voorstander van continue traineeships. De kans dat je hiermee “goudhaantjes” tegen het lijf loopt is enorm groot. De kans op blijvertjes evenwel. Dat betekent durven investeren, ruimte creĂ«ren in je begroting. Het onderdeel laten zijn van je wervingsstrategie en het leren en ontwikkelen. Koop de komende jaren tijd en organiseer, op maat, mooie programma’s. Look for balance! Wie zaait, zal oogsten.

Nee joh, ik pleit niet voor het weg promoveren van ouderen. Tuurlijk niet.  Ze blijven een volwaardig deel uitmaken van de populatie. Jonge mensen, net klaar met de studie, zijn een fantastische aanwinst. Ik hou ervan. Maar ze missen de ervaring, hoe te werken binnen een (politieke) organisatie. Dat is voor hen nog weleens schrikken geblazen.

Daar komt dan het mentorschap om de hoek kijken. De onmisbare en ervaren diehards, die zeggen: maak je niet druk goudhaantje. De wereld ziet er morgen weer anders uit!

De wereld stopt niet bij een schaalniveau!

Afgelopen week sprak ik, natuurlijk op Teams, twee collega consultants van een extern bureau. Gespecialiseerd o.a. in beloningsvraagstukken en functiebeschrijving- en waarderingstrajecten. Het was een zakelijke meeting. Omdat we elkaar niet kenden, stelden we elkaar eerst voor.

Dat is het moment dat je direct merkt dat je met “lotgenoten” online bent. Misschien wel soul mates, althans op dat bijzondere werkterrein. Dat klinkt vast wat wollig. Maar het is juist die gedeelde ervaring die de verbinding snel tot stand brengt. Die trajecten, vaak zo intens, die altijd gevoelens losweken op onvoorspelbare vlakken, geven veelal blijk van een snelle verstandhouding. Je hebt vaak maar een half woord nodig. Je kunt vrij spreken, de anekdotes komen snel aan bod. En eerlijk: het is even bevrijdend.

“Een faire beloning is belangrijk, maar is nooit het enige wat een organisatie aantrekkelijk maakt.”

Ik herinner mij dat ik aangaf: hoe je het ook wendt of keert, het beschrijven en waarderen achtervolgt mij als een rode draad binnen mijn professie. De bevestiging kwam snel. Als je er ooit in terecht komt, dan is het voor de rest van je werkbare leven. Oei klinkt zwaar.

Ik heb mij er weleens tegen verzet. Kijk nou eens naar mijn overige organisatiekundige ervaringen. Ik ben niet alleen het “fuwa-meisje”. Dat is verleden tijd. Ik ben nu eerder trots op mijn professie. Deze trajecten staan zo onlosmakelijk in verbinding met vele andere organisatievraagstukken. Je kan je ei echt wel kwijt. Althans als je dat over het voetlicht weet te brengen en de organisatie deze samenhang erkent. Dat laatste is wel een uitdaging. Een faire beloning is belangrijk, maar is nooit het enige wat een organisatie aantrekkelijk maakt. Dit lijkt een tegeltjes wijsheid, maar is o zo waar. Daar zit de crux. Gun elkaar de tijd om in samenhang te ontwikkelen. Laat niet alles afhangen van een schaalniveau. De wereld stopt daar niet.

Ik vond het een leuk gesprek met mijn collega’s en de zakelijke afspraken waren snel afgetikt. Het is een heel bijzonder vak. Soms roep ik: en nu echt nooit meer! Maar ach het bloed kruipt…..

Warme groet

De wondere wereld van de algoritmes

Ik klik het altijd aan, op LinkedIn: u bent in 56 of 70 of whatever hoeveel zoekresultaten gevonden. En dan de uitkomst: wat zoekers doen? Nieuwsgierig natuurlijk. Sta ik nog een beetje op de kaart? Joehoe, zien jullie mij? It’s me! Ik ben altijd weer verbaasd. Het resultaat sluit zelden aan bij mijn profiel.

 Laatst las ik een berichtje van iemand uit mijn netwerk. Hij had dezelfde verwondering. Totale mismatch met zijn professie. Hij is verandermanager en gevonden op o.a. eigenaar lunchroom. Komisch. Hoe werkt die wondere wereld van de algoritmes?

Soms denk je, ach zou kunnen. Met een beetje fantasie. Maar als zoekers bij mij op Civiel ingenieur of IT specialist uitkomen, dan lijkt mij er iets niet in de haak. Dat is nog zachtjes uitgedrukt. Verbijstering. Straks ga ik weer wisselen van job, als zelfstandig organisatieadviseur. Deze resultaten helpen niet echt. Althans in het vertrouwen op mijn juiste zichtbaarheid. Mijn vaardigheden als IT-er zijn overigens nul. Het enige wat ik als oplossing kan bedenken, bij storing, is om alle technische dingen aan en uit te zetten. Het helpt trouwens vaak. Maar echt, kom op, hoe kan dat?

Ik ben al jaren redelijk actief op LinkedIn. Ik schrijf regelmatig werkgerelateerde blogs, houd mijn profiel met werkervaring en studies actueel. Reageer op voor mij interessante zaken. Ik heb wel iets met LinkedIn. Mag daar graag op surfen. Een aantrekkelijk platform. Maar heb nog nooit op een collega Civiel ingenieur gereageerd. Niet uit desinteresse, maar omdat ik daar geen zak vanaf weet. Je zou toch denken dat de zoekresultaten daar iets mee zouden doen. Niet dus.

“Hoe wist je van mijn droom lief algoritme. Heb je mijn kriebels in mijn buik gespot? Waanzinnig knap.”

Het zou fantastisch zijn, als je eens gevonden wordt op je droom. In die wondere wereld is dat vast al mogelijk. Dat je netwerk, met behulp van die spannende algoritmes, stiekem je wens heeft ontdekt. Beetje ongemerkt in je gedachten hebt zitten wroeten. Zonder dat je daar ooit op LinkedIn over hebt gerept. En dat je dan plotsklaps een telefoontje krijgt, of je een poosje docent wilt zijn. Je passie wilt overbrengen op het brede terrein van HR en organisatieontwikkeling. Of je een super leuke juf voor de klas wilt zijn. Colleges wilt geven. Een heuse werkveld deskundige. En dan zeg ik: ja, ik wil! Hoe prachtig. Hoe wist je van mijn droom lief algoritme. Heb je mijn kriebels in mijn buik gespot? Waanzinnig knap.

Dus ja, klopt, ik wil genieten van jonge talenten en studenten. De theorie opfleuren met mijn jarenlange ervaring. Anekdotes delen. De ontwikkelingen verder met elkaar uitpluizen en van elkaar leren. Maar bovenal ervoor zorgen dat HR hoog op de strategische agenda blijft staan. Ook in periodes van economische barre tijden en in de nasleep van Corona. Juist, zou ik dan als juf zeggen.

Na deze blog kijk ik uit naar de volgende gevonden zoekresultaten. Kom maar op. Gevonden op docent en dan doorpakken. Nu je toch mijn droom kent, give me a call.

Als er nu weer staat 74% boekhouder, dan geef ik het op.

Warme groet Annemarie

En toen mailde ik plots met mijn kleinzoon Noah!

Vergeten doe ik het nooit! Op ons tenen slopen we de Amsterdamse ziekenhuiskamer binnen. Mijn lieve dochter zag ik direct. Blijdschap en moederhart, zoiets? Ik keek rond. Waar was dan mijn kleinzoon? Na luttele seconden zag ik een heel klein, maar dan ook echt een heel klein, mooi jongetje. Met een mutsje.

Je kan het moment proberen te verwoorden. Dat loopt vast uit op een chaos van onsamenhangende emotionele uitingen. Kort: ik was direct “in love” met heel mijn hart. Ons eerste kleinkind. Een gelukzalig moment.

“Zal ik het nummer opschrijven, oma? Huhhh, ja, geen idee, moet dat?”

De jaren daarna beleefden we iedere fase intens en vol Happinez. De eerste logeerpartijtjes. Als een schildwacht lag ik voor zijn deur. Ieder geluidje leek op onraad, ik deed geen oog dicht. Ik was zijn oma, zijn bewaker en zijn alles. Ja, ook heel veel genieten.

Volgende week wordt hij acht jaar. Acht! De logeerpartijtjes zijn er nog steeds. Nu zegt ie: oma, ga maar ff lezen hoor, ik maak het indianendorp verder af.

Het is een schat, met nu een eigen e-mailadres. Althans dat zag ik plots in mijn mailbox. Hilarisch. Alweer gingen er luttele seconden voorbij. Ik zag een heel lief jongetje “ oppoppen”, binnen mijn digitale wereld. Tussen een overvloed van gedoe aan werkmails:
“ hoi oma, ik heb sneeuwbalen gegooit”. En alweer was ik oma met heel mijn hart! Het was de eerste mail die ochtend, die ik liefdevol beantwoordde.

Ik checkte vlug mijn volgende mail: was ik die nu ook begonnen met “ lieve schat”? In een soort roes van betovering? Gelukkig, in de aanhef stond: Beste……
Achteraf gezien zou ik er bij dat contact nog wel mee weggekomen zijn, denk ik.

Vorige week kozen we samen zijn verjaardagskado: een game spel voor zijn Nintendo. Zal ik het nummer opschrijven, oma? Huhhh, ja, geen idee, moet dat?

Ik moest daarna nog even in een call, een overleg op teams. Ik zei dat. En nog een keer. Ik vond het wel stoer klinken voor een oma. Hij keek uiteindelijk op: tot zo oma. Ik droop af. Blij dat ik alle verbindingen, mics chats en handjes weer wist uit te vogelen. Dat heb ik daarna niet meer verteld. Hij doet niet anders, thuis met zijn klas.

We blazen gauw acht mooie kaarsjes uit. Ze staan voor acht trotse oma-jaren.

Na onze kleinzoon, kwamen er nog twee prachtige zusjes. Geweldige lady’s. En ja, Happinez.

Warme groet

Dromenvangers, “wake up”!

Het was voor Corona al een heftige opgave. Er zijn maar weinig organisaties die een gedegen strategische visie doorvertalen naar een meerjarenplan. Bijvoorbeeld op het gebied van personeelsplanning. Altijd al speelde onzekere en onvoorspelbare factoren een rol. Ok, er zijn wat houvasten. Denk bijvoorbeeld aan de vergrijzing van je personeelsbestand en de verregaande technologische ontwikkelingen. Beschikbare financiĂ«le middelen, althans als houvast feitelijk alweer discutabel. Ons brein kan dat alles nog wel vatten. Een heldere analyse over het ontstane gat van wat je aan expertise en competenties in huis hebt en in de toekomst nodig is, blijft een complexe materie. We hoppen van event naar event. We raken het zicht kwijt en missen niet zelden de kern van het bestaansrecht. Dilemma’s blokkeren ons strategisch denken.

Die ongrijpbare stip aan de horizon even te laten. In het hier en nu durven schakelen. Samen!

Daar komt nog bij dat de wetenschap aangeeft dat onze hersenen weinig kunnen met die stip op de horizon. Het is vaak zo abstract, dat menigeen afhaakt. Je wentelt je, veelal onbewust, in een stuk onvermogen. Een glazen bol! We wrijven erover, hopen op veelal uitblijvende aansprekende voorspellingen.

Nu, in Corona tijd wordt het nog meer lastig. Teveel onzekerheden en teveel variabelen komen op ons pad. Zorgelijk. Zeker! Denk maar eens aan de wijze van (samen) werken. De digitale wereld dendert voort. Vooral nu. Het hybride werken zal haar opmars maken. Hebben we al een visie hoe hier mee op te gaan? Hoe gaan we dat blijvend faciliteren? Wat zegt dat over je personeelsbestand? Over leidinggeven, over besturen? Het behoud van werkplezier, groei en bloei mag nooit ontbreken. Wat maakt onze organisatie nu onderscheidend in barre tijden? Enfin, uitdagingen ten over. Al te vaak nog een black box.

Ik denk dat we meer dan ooit betekenis kunnen geven aan het zijn van een wendbare organisatie. Zowel strategisch als operationeel. Die ongrijpbare stip aan de horizon even te laten. In het hier en nu durven schakelen. Samen!

Benoem voortdurend de kansen en bedreigingen en handel daarnaar. Wees alert en vooral flexibel. Luister naar elkaars visies. Ook vanuit de werkvloer. Daar vind je de antwoorden. Wat gaat goed, wat moet beter. Dromenvangers, ver weg van de realiteit, vangen bot. Wake up!

Ontwikkel op maat, met elkaar, op plekken in de organisatie die er op dat moment toedoen. Een continue proces!

Warme groet

Onlosmakelijk verbonden, zo is het!

Het betreft het rangordenen van functies naar niveau en zwaarte. Ontelbare keren sprak ik zo een zin uit. Ja, lekker abstract. Wat zegt ze? Daarna blijft het vaak muisstil. Voor Corona in de zaal, tijdens Corona op de Skype. In de hoop op enige interactie, komt dan mijn tweede zin: het algemeen bepalende beeld van de functie bepaalt de rangorde binnen de waardering van alle functies. Je raadt het al. Ik ben op dat moment echt iedereen kwijt. Een goed bedoelde anekdote helpt allang niet meer. Ergens in de verte hoor ik: we zien wel.

‘HĂ© joehoe: ik werk mij het snot voor de neus. Mijn expert rol is onmisbaar!’

De functiebeschrijvingen zijn veelal opgebouwd met een grote betrokkenheid van medewerkers. Intensief en aansprekend. Klankbordgroepen en interviews worden ingezet. Goed bezig. Na vereende krachten ontstaat een gedragen functie. Ja joh, dit is em. Top! Herkenbaar!

Daarna volgt dan die voor medewerkers veelal ongrijpbare technische exercitie. Een systeem, wie heeft het ooit bedacht, waardeert alle functies in samenhang naar een bepaalde (schaal) niveau. Een ver van je bed show. Waar eerst medewerkers nog nauw betrokken waren, ziet het systeem alleen nog maar een stuk papier. Geen lach, geen traan. Slechts feitelijkheden in wat een functie kan en mag. Het meest lastig uitlegbare gedeelte in het proces. ‘HĂ© joehoe: ik werk mij het snot voor de neus. Mijn expert rol is onmisbaar!’ Hou maar op: het systeem doet daar nix mee. Het gaat dus niet over jou, over jouw betrokkenheid, jouw loyaliteit en gedrevenheid. Althans op dat moment! Lekker dan: nee het systeem bepaalt aan de hand van functies de logische loonopbouw in de organisatie. Daar komt ie weer: na niveau en zwaarte van alle noodzakelijke en geselecteerde functiebeschrijvingen. Ondertussen in de chat: sorry, internetverbinding slecht, haak af.

Diep in ons hart weten we wel dat we in die rangorde niet allemaal de functiewaardering van directeur toebedeeld krijgen. Maar ja, dan toch….het blijft een tikkeltje ongrijpbaar. Daar houden we niet zo van. Je wilt immers zo graag laten weten wat jouw functie voor betekenis heeft.

Na die muisstille periode vertel ik dan ook: wat we zeker weten is dat die functie van directeur niets en niets kan, zonder al die andere belangrijke functies. Een schakel van onlosmakelijk verbonden taken en verantwoordelijkheden maken de organisatie. Zorgen voor de doelstelling en het beoogde resultaat. Verpakt in een set van logische functies. Uiteindelijk lever jij persoonlijk een bijdrage aan een van die functies. Pas als je die taken in een logische samenhang blijft zien, zie je de logica van de functiewaardering, op dat “koude” stukje papier. De functie.

Tot slot, althans als ik jullie nog op lijn heb.  Kwinkslagen en dijenkletsers blijven wat uit, helaas. Je zet dus met een beschrijving- en waarderingsproces een structuur neer. Een kader, als je wilt.

Daarbinnen werk je samen aan cultuur, leren en ontwikkelen, mobiliteit, strategische personeelsplanning, loopbaanafspraken en meer. Maar bovenal aan plezier in je werk. Onlosmakelijk met elkaar verbonden, zo is het.

Warme groet Annemarie

Opeens was het Kerstavond……

Een bizar jaar. Tijdloos, althans zo ervaar ik dat. De afgelopen maanden regen zich aaneen. In een monotone modus. Seizoenen liepen ongemerkt in elkaar over. Ik dacht er niet bij na. Ik deed mijn ding. Een complex project, digitaal coördineren. Lukt dat? Ja! Met mijn dierbaren, binnen de regels, vrolijke en liefdevolle events organiseren? Zekers! Wel alles in zo een imaginaire waas van: joehoe, wat overkomt ons? Is this real time? 

Thuiswerken: ook zoiets, was het ooit anders? WiFi versterkers in the house. Skype, love it. Oergeestig, nuttig en energievol at the same time! Verlang ik toch stiekem naar de file, met muziek en eindeloze mobiele gesprekken. Wandelen kwam in de plaats. Knikkend naar vele lotgenoten. Harmony! 

Nee, ik hijs mij niet in een makkelijke (tijger) legging en sloffen. Vreselijk. Haat sloffen. Mocht ik ooit in die ondingen worden gespot: alarmeer een reddingsteam. Ik blijf strijden tegen enige vorm van verslonzing. De setjes blijven kantoor waardig. Nu ook met bijpassend mondkapje. Helaas: op mijn pumps zit inmiddels een laagje stof. Soms raak ik ze even aan. Verzet ze wat. Geen idee wat ik daar eigenlijk mee deed. Lang geleden een must have. Nu geworden tot prehistorische items. 

Vanzelf blij dat ik gezond ben gebleven. Dat mijn lieverds niet ziek zijn. Maar potverdrie: wat is het een zorgelijke tijd. Never ending. Of toch? Het vaccin! Dat moet onze verlossing worden. Ja, ik wil! Wat een gezeik. Over wel of niet. Hou toch op. Wat dan: nog jaren op je sloffen tegen de planten praten? Maar goed, het duurt nog even voordat we met z’n allen de Victorie kraaien. 

Het Corona nieuws raakte de kern van wat leven mooi zou maken. Toch is alles niet gitzwart. Het is wel raar. Maar wat doen we allemaal ons best. Ik hou vol. Samen met mijn lieve familie en vrienden. Met fijne collega’s. Met al die borrelboxen die in de bus vielen. Elkaar ontmoeten op virtuele Kerstmarkten, digitale koffiemomenten en weekstarten. En zoveel meer. Leermomenten ten over. Galgenhumor als opsteker. De veerkracht is groots. Binnen deze gekte blijf ik gewoon mijn ding doen. Ook in 2021! 

Warme groet 

Verdwijn- en verschijnbanen

Prachtige titel, vind ik. Deze titel is een vooraankondiging van een tentoonstelling. Over de digitalisering van ons werk. Hier schreef mijn collega HR manager over, tijdens haar “keek op de week”. Iedere week aandacht voor een overdenking. Een interessante hersenspinsel of een prikkelend item binnen ons mooie HR vak. Gaaf!  Als interimmer mag ik een poosje mee liften op haar mailinglijst. Afgelopen week dus over verdwijn- en verschijn banen. Gedachten gingen terug.

Mijn eerste college dit jaar, voorgezeten door professor Bob de Wit,  stond ook juist in dat teken. We stevenen af op een digitaal tijdperk, zo luidde zijn devies. Dat betekent de komende jaren wat voor de betaalde arbeid. Ik tekende op: eenderde van de banen blijft. Tweederde verdwijnt. De middengroep aan functies valt weg. Daar neemt de technologie het over. Intelligente banen blijven, behoudens kappers (fijn voor mijn pluizen bos) en schoonmakers. Trouwens, de kapper is voor mij tamelijk intelligent. Tijdens de eerste lockdown werd dat door menigeen bevestigd. Je snapt dat we in de pauze hierover doorspraken. We waren aangenaam verrast door de waterval aan informatie en het hysterische enthousiasme van de professor. Ik verdenk hem ervan dat hij genoot van het confronterende. Vragen: hoe ga je daarop anticiperen? Wat betekent dat voor onze maatschappij, voor ons economische model? Over de exploitatie van je business?

“Nu doet een robot er nog lang over iets te leren, maar daarna streeft de robot de mens voorbij.”

We werden getrakteerd op veel aansprekende filmpjes, met de robot als vervanger van de mens. Als vervanger van de HR adviseur, tijdens werving- en selectie procedures. Hilarische taferelen. Oergeestig. Maar absoluut realistisch. Een sollicitatiegesprek met de robot: laat je rode pumps maar thuis. Daar doet ie dan weer niks mee. Saai! De digitalisering dendert voort. Die trein stopt niet meer. Waarschijnlijker is het om snel in te stappen. Het onderdeel te laten zijn van je HR-strategie.

Deze beweging gaat snel. Maar het verdwijnen van functies en werkwijzen is van alle tijden. In de “keek” werd gevraagd: is het verdwijnen van functies herkenbaar? Tuurlijk. Functies die ik opbouwde in 2000 zijn nu alweer vergeten. Ik bracht zelf jaren terug nog een met de hand geschreven brief naar de typekamer! Ik behoor tot de senioren hù! Als een dolle was eenieder toen de elektrische typemachine, met correctietoets, haar intrede deed. Nu zitten we op de Skype! Ik bedoel maar. Tussen de typemachine en Skype hebben we nog geploeterd met WordPerfect 4.1. Met het onbegrijpelijke onderwaterscherm. Processen, die we accepteerden en overleefd hebben. Althans de meesten onder ons. Wat dacht je van de boekhouder: met zijn telmachine. Onwetend nog over wat excel voor hem in petto had. De putjesschepper! Nu vaak gekscherend gebruikt, maar de functie bestond.

Mijn lieve vader was schade-expert. Hij schreef zijn rapporten met de hand. Urenlang, met prachtige regelmatige letters. Totdat in zijn thuiskantoor een immense telex werd geplaatst. Ja, telex. Ff googelen. Dat kreng sprong totaal onverwachts aan. Een hartverzakking kreeg je van dat geluid. Maar plots had hij de basis van zijn rapport: een soort van digitaal. Voorbeelden te over. Heuse revoluties, die toen ook al invloed hadden op het productieproces, tijd, geld, baanverlies en noodzakelijke omscholingen.

Nu doet een robot er nog lang over iets te leren, maar daarna streeft de robot de mens voorbij. Mooi toch, zegt de 1, griezelig roept de ander. Wat je ook vindt: just a fact! We kunnen leren anders met het (werkbare) leven om te gaan: work-life balance. Omarm het. Go with the flow.

Tot slot een weetje: in 1997 verloor Kasparov van de computer. Dat was een belangrijk moment in de opkomst van de kunstmatige intelligentie. Inmiddels een niet meer te stoppen rollercoaster.

Met dank aan de Professor. Het was een tof en ja….een beetje griezelig college.

Warme groet

Hoe ik opnieuw heftig “in love” was!

Vorig jaar december gaf ik mijzelf een kado. Nope, geen rode pumps. Ik schreef mij in voor HR bedrijfskunde. Aansprekende colleges op Nyenrode. Kippenvel: bij het lezen van het programma. Nieuwsgierig naar de voorgangers. Ik schrompelde wat in elkaar bij het tellen van hun titels. Bij hun duizelingwekkende ervaring en tig wetenschappelijk opgetekende publicaties. In een flits zag ik mijzelf in een hoekje, helemaal achterin de collegezaal. Galgje spelende.

“Te abstract, te vaag. Sorry, voor al mijn opening sheets tijdens presentaties.”

In januari van dit jaar reed ik goedgemutst naar Breukelen. Check: huiswerk gedaan. Alleen al die ambiance was de strik om mijn eigen kado. Binnen het eerste half uur was ik opnieuw heftig “in love” op mijn vak. Hing aan de lippen van de meest geweldige hoogleraar aller tijden. Let op: het was januari. Dat mocht nog. Onwetend over hoe Corona ons de komende tijd zou ontregelen.

Misschien denk je nu: jee, wat soft. Maar echt, het gaf mij vernieuwingskracht, vet veel energie. Het stimuleerde mijn creativiteit. Niet dat ik slaapwandelend mijn vak uitoefende, maar eerlijk is eerlijk: de gebaande paden lijken niet zelden aanlokkelijk. Soms bevestigde de colleges mijn visie. Maar even zo vaak haalde ik gemotiveerd bakzeil.
Het verruimde mijn blik op mijn vak, op het adviseren tijdens veranderingen en meer. De colleges bevrijdde je feitelijk uit je structuur. Je verzamelt nieuwe lichtpuntjes. Snapt opeens dat onze hersenen niets kunnen met: de stip op de horizon. Te abstract, te vaag. Sorry, voor al mijn opening sheets tijdens presentaties.

Je leert in korte tijd hardnekkige gewoonten te doorbreken. Bewustwording ontstond over de onomkeerbare flow, die digitalisering heet. Ontkennen kan allang niet meer. Omarmen dus. Anticiperen een must! Met mijn artikel over Strategische Personeelsplanning, van 14 februari 2020, prikkelde ik jullie al.

Verfrissende onderwerpen, zorgden voor energieke brainwaves.  En ja, het contact met de mede studenten: zo gaaf. Wat een top collega’s. Smullen.

En toen stopte de colleges. De pandemie werd een feit. Slikken dus. In de lockdown met z’n allen. Pas afgelopen september mocht ik, Corona proof, aan de afronding deelnemen en mijn certificaat in ontvangst nemen. Jep, echt trots. Niet alleen een beetje op mijzelf, maar vooral op mijn vak.

Tja, mijn.. moraal van dit verhaal. Je verandert nooit met slechts alleen feiten, maar door het emotionele aspect te zien en te raken. Weerstand is normaal. Dat is geen blokkade, maar juist een handreiking. Do not walk away! Hou elkaar dus bij de leest, in het hier en nu. Wees helder over het toekomstperspectief. Over noodzakelijke vernieuwingen. Zonder die onbegrijpelijke stip! Waar doen we het allemaal voor? Gewoon vandaag en morgen. Wat draag jij daar aan bij? En vooral hoe! Welke hulp bied je aan? Als je weet te ontdekken hoe energie en gedrag werken en elkaar ten goede kunnen versterken: dan heb je goud in handen!

HR passé, welnee!

Warme groet

Mijn artikel SPP vind je op mijn blogpage