U bent toch van die schaalniveaus?

Het was een koude en druilige ochtend en heel vroeg nog. Ik liep naar de ingang van een Gemeentehuis in het mooie Brabantse land. De rij voor de aanmeldbalie was lang en ik had visioenen van een koffietje of twee. Ik zou die dag aan medewerkers een presentatie geven over het nieuw gekozen functiewaarderingsinstrument. Voor medewerkers taaie kost en vaak heul technisch. Je kan het onderwerp nauwelijks met een kwinkslag brengen. Het vroege tijdstip op maandagmorgen helpt dan ook minder mee. Ik realiseerde mij dat. 

De rij schoot niet op. Er was een dialoog gaande, waarvan ik niet precies kon inschatten of deze snel tot een eind kwam. Mijn gedachte dwaalde af naar een gesprek met een externe projectleider tijdens een andere, soortgelijke opdracht. Zij zei: ‘wat een gedoe, emoties en vragen tijdens zo een proces. Je doet het nooit goed en jij hebt dat iedere dag.’ Ik wuifde dat toen wat weg, komt goed en gaf haar hoop in bange dagen. 

Ik realiseerde mij zeker dat de voortdurende wisselwerking tussen die emotie en feitelijkheden een terugkerend onderwerp was. Veel medewerkers hopen op een blijk van waardering en dan vooral verzilverd in die hogere schaal. Eindelijk gerechtigheid, na zoveel jaren van trouwe dienst. De realiteit pakt voor hen vaak minder positief uit, met alle gevolgen van dien. Teleurstelling en onbegrip worden dan sleutelwoorden. 

Uit het niets dook er plots in de rij een vriendelijk uitziende man naast mij op. ‘Goedemorgen,’ zei de man. Hij wachtte mijn reactie niet af en stak direct van wal: ‘U bent toch van die schaalniveaus?’ 

Het toeval wilde dat ik net aan de beurt was, ik meldde mij bij de balie en keek de man glimlachend aan. ‘Ik dacht, zei de man: ‘’ ik heb vorige week mijn opleiding Informatiemanagement afgerond. Een behoorlijk pittige opleiding, kan ik u stellen.’

In minder dan een minuut volgde er nog een stortvloed aan ingewikkelde termen, voor mij dan, waarmee hij inhoudelijk de opleiding toelichtte. ‘Kunt u dat meenemen?’ 

Ik liep langzaam richting de Raadzaal, een plek waar ik iets moois bij blijf voelen, gelet op mijn eigen Raadsperiode. De huiskamer van de lokale politiek, zo zie ik dat. Nu druppelde de zaal vol met medewerkers. De vriendelijke man liep een stukje met mij op. ‘Bent u bij de presentatie,’ vroeg ik? ‘Nee helaas, ik ben hartstikke druk, daarom heb ik  u opgewacht, zodat u het weet.’ 

Het hele voorval was zo herkenbaar en heeft met zoveel meer zaken te maken binnen het geheel aan in te zetten aanvullende personeelsinstrumenten. Ik wist dat ik binnen mijn resterende tien minuten niet tot een bevredigend antwoord kon komen. ‘Bel mij straks in de auto even, dan praat ik je bij,’ besloot ik als alternatief. 

Een paar uur later gaf mijn navigatie aan dat ik de A2 kon opdraaien. Ik koos een mooi muziekje en nam een goede rijhouding aan. Mijn telefoon ging. Het was de vriendelijke man. 

Voor de tweede keer die ochtend vertelde ik over de functiewaardering die tot stand komt op basis van functies en taken die de organisatie op die specifieke plek (stoel, vakjargon) nodig heeft. Een technische exercitie. Een omzetting van A naar B, zonder dat daar persoonlijk functioneren en individuele afspraken bij betrokken worden. ‘Ontwikkeling, coaching en loopbaanbeleid zijn onderdelen die besproken worden tussen de manager en de medewerker. Het afronden van een opleiding hoeft niet perse een reden te zijn om een functie binnen een hogere (ik ging ervan uit dat hij dat bedoelde) schaal te gaan bekleden. Het kan ook zijn dat u daardoor uw huidige functie (nog) beter kunt uitvoeren,’ sloot ik mijn betoog af. 

Ondertussen moest ik alweer invoegen op de A27. Mijn reis verliep vlot. De vriendelijke man en dat bleef hij, bedankte mij met enige aarzeling. Ik voelde enige teleurstelling of misschien was het een gevoel van onmacht. Hij concludeerde wat timide dat hij met zijn manager om de tafel moest. 

De resterende tijd van de reis vroeg ik mij af of ik die mevrouw van die schaalniveaus wilde zijn? Ik parkeerde de auto voor de deur en dacht: natuurlijk. Ik zal mijn stinkende best blijven doen deze vaak lastige processen zo goed mogelijk over het voetlicht te brengen. Het was tijd voor alweer een koffietje. 

Warme groet Annemarie 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *