Wat doe jij?

Wat doe jij? Je kent het wel, zo’n vraag op een feestje. Ik vind dat een lastige. Bedoel je qua werk of privé of allebei en heb je daar echt zin in? Ha, ja, begin maar met werk. En dat is nu juist veel meer ingewikkeld voor mij dan privé. 

Prive is namelijk heel erg overzichtelijk en daar heb ik ook altijd wel een fotootje in mijn telefoon van staan, zodat ik het verhaal wat kan omlijsten. Maar goed, de keus valt op werk, blijkbaar. Hij kijkt mij blij aan. Heeft zin in de conversatie. Hij staat zo dicht bij mij, dat ik even denk dat hij wil gaan zoenen. 

“Maar weet je, ging hij door, het salaris is prut!”

Ik ben organisatieadviseur, zeg ik gauw. En jij, in de hoop dat ik binnen mum van tijd toch naar mijn fotoalbum kan uitwijken. Nee, eerst jij. Wat doet een organisatieadviseur zoal. Hij heeft er echt zin in. En ja, daar was ik al bang voor. 

Het is niet zo dat ik niet over mijn werk wil praten, in tegendeel, maar ik kan dat slecht samenvatten op zo een feestje. Ik bedoel dat je zo een prachtig to the point verhaal uit je mouw schudt. En dat het niet op opscheppen lijkt. Het leidt helaas niet zelden en zeker ogenblikkelijk tot een informatiechaos. Ondertussen zoek ik oogcontact met mijn man, ik straal een soort hulp look uit. Hij zwaait en neemt een slok van zijn bier. Ik verman me dan maar. 

Nou, ik adviseer en ondersteun allerlei verschillende organisaties die een vraagstuk of probleem hebben. Dat kan van alles zijn. En nu jij, zeg ik hoopvol. Ik vind mijn samenvatting geweldig. Het beslaat werkelijk mijn hele werkbare leven in twee seconden. Ik kan mij niet heugen dit eerder zo spitsvondig te hebben geformuleerd. Mijn blijdschap duurde kort. 

Ondersteun en adviseer? Waarmee dan, zegt de gesprekspartner. Ik vind dat vaag. Ja, klopt, maar dat hou ik voor mijzelf. Wacht, ik zie hem oplichten. Wij hadden laatst zo een dame binnen ons bedrijf, die kwam uitleggen hoe je meer productief kon zijn, door beter samen te werken. We lagen in een deuk. Raakte kant noch wal. Zoiets? 

Tsja, ik weet niet precies wat de vraag was en wat zij jullie vertelde, maar zoiets kan inderdaad. De moed zonk me in de schoenen. Later, ging hij door, kregen we een uitleg over een nieuw functiewaarderingssysteem, niet te doen. Doe jij dat ook? 

Nee hoor, zei ik snel, daar weet ik niks van gelukkig. Nou mooi, wees maar blij. Geen touw aan vast te knopen. Ik knikte maar wat. Mijn beurt dus. Ik werk als Data Scientist bij een grote zorgorganisatie. Slim jochie dus, dacht ik. Ik zag in een flits zo een functiebeschrijving op mijn bureau liggen, die met spoed geanalyseerd en gewaardeerd moest worden deze week. Maar weet je, ging hij door, het salaris is prut! Daar zou jij eens wat aan kunnen doen. Hij schaterde het uit. Je lost toch problemen op. Ha, was het maar waar, mummelde ik benepen. Helaas. 

Het was tijd om dit gesprek een andere wending te geven. Joh, zei ik: wil je een foto zien van mijn oudste kleinzoon, zo tof. Later misschien, zei hij. Ik wip ff een deurtje verder. Maar succes hè, met die adviezen. Ik hoop dat jij minder vaag bent, zonde van het geld en mijn tijd. Hij schaterde weer. 

Het moest niet gekker worden. Ik haalde een glaasje bij de bar en slenterde naar mijn man. Had je zo’n leuk gesprek, vroeg hij. Ja, zei ik, heel leuk. En toen loog ik alweer. Verderop hoorde ik iemand vragen: wat doe jij? 

Het is tijd voor vakantie! Met alle vaagheid op een stokje, zit ik de komende periode aan het Lago Maggiore! En geniet van het Italiaanse leven. Opladen, energie opdoen. Ik weet zeker dat ik daarna weer met veel plezier aan de bak ga met het mooiste vak van de wereld. 

Warme groet en een fijne zomer gewenst voor allen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *